zaterdag 1 mei 2010

Iona, een nieuwe lente ontloken, 10-17 april 2010

“Dan organiseer je de reis toch zelf”, zegt ds.Tina Geels op een wijkavond in Zuilen in 2009 tegen gastheer Arie-Nico Verheul, die zijn enthousiasme over de keltische spiritualiteit beleefd op dat kleine eiland voor de Schotse Westkust zo graag wil delen met anderen. Dat gebeurt. Aanvankelijk is het idee de Geertecantorij mee te krijgen want het gaat in Iona nu vooral om het ontwikkelen van nieuwe kerkmuziek en – liederen.

Op een voorlichtingsavond in oktober blijkt dat de geplande vakantieweek in mei al volgeboekt is en alleen nog in de week van 10-17 april plaats voor ons is. Spijtig genoeg vallen daardoor zangers af en voegen gelukkig anderen van buiten de cantorij en zelfs buiten de gemeente zich bij de groep van tenslotte 10 personen, die op 10 april in alle vroegte van Schiphol vertrekt voor de lange reis naar Iona.

Vliegen naar Edinburg, per trein via Glasgow naar Oban, vandaar per boot naar het eiland Mull, per bus van Oost naar West en tenslotte per ferry naar Iona. Aan het eind van die dag ligt daar dat eiland voor ons, het silhouet getekend door de abbey. Onderweg genoten we van besneeuwde bergtoppen, koele lochs, fel gele bloeiende gaspeldoorns en een vrolijke zon, die de eerste lentedag aankondigde. Van de aanlegsteiger liepen we in een kwartier naar het MacLeod Centrum, waar we meteen om 7 uur aan de maaltijd konden aanschuiven en een bed op een slaapzaal mochten uitkiezen.Nog diezelfde avond liepen we in de avondschemer met alle medebewoners (ong. 50) in 5 minuten naar de abbey om daar om 21 uur de dienst mee te maken. De 100 kaarsen branden er al, we zochten er een plaats terwijl de piano (versterkt vanuit een onzichtbare plek) speelde.

Die abdij is er rond 1200 gebouwd door benedictijnen, veel later in verval geraakt en in 1938 weer opgebouwd als werklozenproject vanuit Glasgow. De bezielende kracht daarachter: George MacLeod. Al eeuwen eerder, in 563, was Columba vanuit Ierland geland op het zuid strand, om op dat piepkleine eiland een klooster te stichten met scriptorium waar het later zo geheten “Books of Kells” grotendeels geschreven is. Om vandaaruit verder naar het Oosten reizend door het stichten van kloosters de bevolking te kerstenen.

Wij worden geïnstrueerd over de gang van zaken in deze Iona community. De leiding berust bij zg. resident members, meest jonge mensen, die voor enkele weken tot maanden getekend hebben als vrijwilliger hier te werken. Een voorstelronde waarin ieder zijn naam, land van herkomst en verwachtingen vertelt. Britten zijn het, ook Zweden, Amerikanen, een Paragayaan, en wij Nederlanders. We worden ingedeeld in corveeploegen: otters, puffins en seals voor resp. het ontbijt, het middagmaal en het avondeten. Het dagprogramma en dat voor de week komt ter sprake. Elke dag om 9 uur ’s morgens en ’s avonds is er een dienst in de abbey, vijf minuten lopen van ons huis. Na de dienst huishoudelijk corvee, waarna een lezing over healing door Jamie, een jonge theologe uit de VS, en drie ochtenden door John Bell zelf. Hij, musicus en theoloog, is de grote inspirator van deze Iona community. Zingen van vooral nieuwe liederen in en buiten de kerken zal weer opnieuw gemeenschap vormen, waarnaar wij in onze geindividualiseerde maatschappij zozeer verlangen. Voor hem een feit, voor ons (alsnog) een vraag. Zodra hij in ons midden verschijnt, gebeurt er iets. Een tinteling in de lucht. Licht swingend op zijn rood geschoeide voeten, armen zwaaiend in de lucht om toonhoogte en tempo aan te geven, weet hij al die mensen in de kortste tijd tot vierstemmig zingen te bewegen. En het klinkt! “Welcome to all, strangers and friends, Gods love is strong and it never ends”.

Zijn lezingen over community, rumours en change, voor mij bekende, postmoderne theorie, geillustreerd met veel, moeilijk te verstane, anecdotes kunnen mij niet zo boeien. Dan kun je ook afhaken en b.v.met zijn vieren, uitkijkend over het schitterende water, the sound, naar de kust van het eiland Mull, een diepgaand gesprek voeren of eigenlijk de herinneringen horen aan de Jappenkampen op Java als kind van een van ons, waar nog nooit als juist hier echt naar geluisterd is, opgeroepen door het stellen van de goede vragen en door de bijzonder goede sfeer hier.

Er gebeuren nog wel meer wonderen als we ons oefenen “to be present in the presence”. Aandacht dus. Deuren en hekjes worden voor uw op krukken gaande verslaggever, niet langer voor de neus dicht gedaan, maar na een dag, juist vriendelijk opengehouden.Terugkomend van een boottocht naar en bezichtiging van het schitterende, vulkanisch gevormde eilandje Staffa met flapperende, losgelaten zool, vindt Gonny “toevallig” voor de pelgrimage de volgende dag in een hoek ergens een paar stevige, noodzakelijk wandelschoenen, onbeheerd en van niemand, in haar maat 36!

Die pelgrimstocht wordt in de keltische spiritualiteit essentieel geacht in een mensenleven want stabilitas loci is goed, erop uit trekken, loslaten eveneens. Verenigen de beide polen, zoals ook sacraal en seculier. Dat is hier het devies.

Die voettocht op dit eiland van 8 bij 5 mijlen, leidt langs historisch gedenkwaardige plaatsen via hoogten, moerassen en stranden. Bij elk zo’n plaats wordt stil gestaan, iets verteld door de gids, gebeden en gevraagd: wie zet een toepasselijk lied in? Zo stonden wij stil bij o.a. de Martyrs Bay, een strandje waar indertijd, rond 800 na Chr. door de Vikingers een 60-tal monniken was gedood.

Woensdag is een creatieve dag. Na het avondmaal zijn er optredens. Ook wij laten ons als ad-hoc cantorij horen met de 4-stemmige zegenbede van St.Patrick en een olijke ballade : “kom uit de bedstee mijn liefste”. De dienst in de abdij daarna wordt voorbereid door een groepje. Zij gaan uit van 1 Cor. 12, waar Paulus de volgelingen van Jezus beschrijft als verschillend (getalenteerde)leden van één lichaam. Dat beeld gebruikte John Bell ’s morgens ook in zijn lezing. Op een bekend liedje beelden de leden van die groep zingend die lichaamsdelen uit, dansend in de vier richtingen vanuit het centrum, het kruispunt van O-W en N-Z as van de abdij. Graag zouden wij ook de muziek, van de vleugel met soms een viool erbij, in dat centrum hebben gezet/gezien. Dat zou dan in de hele kerk goed te horen zijn geweest. Terwijl de muziek nu in een verre uithoek van de ruimte was weggestopt en werd versterkt en dus vervormd. Ook de violiste, Susan, die ik om haar spel bewonderde en vroeg waarom het zo toeging, betreurde dat en zei; “it is the way it is done here”.

Zingen deden wij ook, alhoewel veel minder dan wij verwacht hadden. Tijdens de diensten uit het dikke Scottish Hymnbook (2007) en op zondagmiddag in een groepje, vanwege het mooie weer buiten de abdij, uitziend over de sound. En later, een ad-hoc koor vormend ter enthousiasmering van de gemeente bij het heilig avondmaal in de abdij. Die viering maakte op velen veel indruk. Een hoogtepunt van de week, beseffend dat je de volgende dag weer zou vertrekken. Het brood, groot en rond, werd omhoog geheven in twee stukken gebroken door voorgangster Jamie en ging vervolgens rond en ieder kon er een eigen stukje af breken. De beker ging ook rond, voor velen hier nieuw. Het sacrale en het profane, het heilige en alledaagse dat hier op Iona niet gescheiden is, maar verenigd wordt. God openbaart zich in de natuur, de kunst, de muziek, alles wat mensen bezielt en omgekeerd verwijzen deze weer naar het goddelijke. De cirkel rondom het kruispunt van het keltische kruis verbeeldt dit treffend.

Na een week lang gezegend met een milde zon, die de narcissen overal deed uitkomen, de lammetjes vrolijk deed huppelen en ons opgewekt stemde, s’morgens vroeg vanuit de abdij samen in processie met de gans(hier het teken van de Light Spirit) voorop op een hoge stok, liepen we naar de pont om uitgezwaaid te worden.

Thuis kwamen we niet zoals gepland op vrijdagavond maar op dinsdagmorgen daarna. Door de aswolk van de IJslandse vulkaan was vliegverkeer onmogelijk. Drie extra dagen brachten we door in de Schotse hoofdstad. Een toegift waarvoor wij de vulkaan dankbaar konden zijn. De schitterende botanische tuinen, de diensten in de St.Giles cathedral met hemels orgelspel en sublieme koorzang, konden we nu ervaren als evenzovele tekenen van Gods presence.



Stien Hoogerbrugge

Geen opmerkingen: