donderdag 9 april 2009

GREGORIAANS KOOR UTRECHT

GREGORIAANS KOOR UTRECHT





HET PAASSPEL VAN RIJNSBURG: EEN MIDDELEEUWS LITURGISCH DRAMA


Het Paasspel van Rijnsburg is een middeleeuws drama waarin de gebeurtenissen rondom de verrijzenis van Jezus worden nagespeeld. In een liturgisch spel wordt het lege graf getoond en worden de ontmoetingen van Jezus met Maria en de Emmaüsgangers verbeeld. De muziek is eenvoudig en eenstemmig van karakter en gebaseerd op bestaande of speciaal voor dit spel gecomponeerde gregoriaanse melodieën. In bijna heel middeleeuws West-Europa werden liturgische spelen verbeeld en ten gehore gebracht.
TOELICHTING BIJ HET PAASSPEL VAN RIJNSBURG
Het spel werd in de tweede helft van de 15e eeuw opgeschreven in het schrijfatelier van de abdij van Egmond en werd eeuwen later in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag teruggevonden. Het was een van de talloze Paasspelen, die inmiddels opgedoken en bestudeerd zijn. Uniek voor de Egmondse versie is de beginscène waarin de vrouwen balsem gaan kopen. Verder is het vrijwel identiek aan het Paasspel zoals dat rond 1200 in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht gespeeld moet zijn.
De oorsprong van de Paasspelen ligt in de liturgie van de Goede Week.
Op Goede Vrijdag werd Christus symbolisch begraven door een kruis te leggen in een nis of kast in de kerk, die het heilig graf genoemd werd.
Op Paasmorgen vóór de mis trok de priester met twee koorknapen naar dat heilig graf en werd dan door een diaken toegezongen: "Wie zoekt ge?". Het antwoord was: "Jezus, de Nazarener." Waarna de diaken zong: "Die is verrezen!". Daarop werd het kruis aan de aanwezigen getoond en was in de stijl van de vrouwen uit Galilea de verrijzenis van Christus aangekondigd.
Vanaf de 10e eeuw werd dit ritueel steeds verder uitgebreid, waarbij de evangeliën teksten leverden maar ook fantasieën van de auteurs meespeelden.
In kloosters werd het spel gespeeld na het laatste responsorium van de metten van Pasen. Omdat de tekst van dit responsorium een vooruitwijzing naar het spel vormt, zingen we het voorafgaand aan onze uitvoering.
In de presentatie van het spel halverwege de vorige eeuw werd nog erg de nadruk gelegd op het religieus-liturgische aspect ervan. Latere onderzoekers hadden meer bronnen ter beschikking en keken er wat afstandelijker naar. Zij zagen het spel meer als een wat rammelende combinatie van delen uit meerdere spelen.
Zo komt na de emotionele scène van Maria Magdalena en Christus de sequentia van Pasen aan bod; misschien om de opgebouwde spanning wat te laten wegvloeien. Die sequens is zelf een mini-Paasspel waarin Maria Magdalena twee discipelen tegenkomt. In hen kunnen wij, volgens een niet onomstreden interpretatie, de Emmaüsgangers zien. Zij zingen niet de slotzin van de sequens Scimus Christum surexisse - wij weten dat Christus is verrezen - want vlak daarna blijkt dat ze daar nog geen idee van hebben. Pas later als zij door de met hen oplopende pelgrim, die Christus blijkt te zijn, uitleg hebben gekregen gaat hen een licht op.
Terzijde: In de nu nog in de paasmis gezongen sequens ontbreekt de zin Credendum est magis, etc. (eerder kunnen wij de goudeerlijke Maria geloven dan de dubieuze kringen onder de Joden). Deze zin is geschrapt ingevolge een besluit van het Concilie van Trente omstreeks 1560 omdat hij aanleiding zou kunnen zijn voor misverstand en onterecht verwijt. Ook verbood het Concilie toen allerlei spektakel in de kerk.
Tot besluit van het spel verzamelen zich allen die inmiddels overtuigd zijn van Christus' opstanding om gezamenlijk de verrijzenis van de Heer te verkondigen. Het gezang Te Deum laudamus dat de metten besluit krijgt hierdoor op deze dag een extra dimensie.
Peter van de Coolwijk ________________________________________
Gregoriaans Koor Utrecht
Postbus 302 • 3500 AH • Utrecht • giro 2144643 •

Geen opmerkingen: